ALGEMENE VRAGEN & ANTWOORDEN OVER KATTEN

Een kitten krijgt via de moedermelk spoelwormen binnen. Dus op het moment dat je je kitten ophaalt barst hij van de wormen. Wormen gaan alleen dood als ze het ontwormingsmiddel, wat je aan de kat geeft,opeten. Niet alle wormen eten op het moment dat je een wormpilletje geeft; een deel van de wormen blijft na het ontwormen daardoor nog in leven. Vandaar dat er geregeld ontwormd moet worden. Het ontwormingsschema dat wij adviseren is: ontwormen op 4, 6, 8 en 12 weken, daarna op 4, 5 en 6 maanden en vervolgens 4 x per jaar tot de kat 2 jaar is; daarna 2 x per jaar. Als je kleine kinderen hebt moet je 4 x per jaar ontwormen, omdat spoelwormen besmettelijk zijn voor kleine kinderen. Als jouw kat een jager is en vaak muizen en dergelijke opeet moet je hem vaker ontwormen dan 2 x per jaar, bijvoorkeur 4 x per jaar of als u wormen ziet vaker.

Het is verstandig om je kat te enten. Door de enting is hij beschermd tegen kattenziekte en niesziekte. Kattenziekte komt af en toe voor en dan met name in grote populaties. Niesziekte heerst gewoon “op straat”. Soms is er in de buurt een kat met kattenleukemie; om te voorkomen dat jou kat dat krijgt kun je hem ook daar tegen inenten. Het entschema dat wij hanteren is als volgt: op 8-9 weken leeftijd katten-en niesziekte, 3 weken later de 2e enting. Vervolgens wordt het jaarlijks herhaald. Ook kattenleukemie wordt eerst 2 keer geënt en daarna jaarlijks eenmalig herhaald.

Niesziekte wordt veroorzaakt door diverse bacteriën en virussen. Een deel (hele vervelende virussen) zit wel in de enting maar een ander deel niet. Het hangt er dus vanaf welke ziekteverwekker de niesziekte veroorzaakt of jouw kat ertegen beschermd is.

Ja, de kat heeft ook een socialisatieperiode. Het is dus zaak dat je als je een kitten in huis haalt, hem overal aan laat wennen waarvan je vindt dat hij daar later niet bang voor moet zijn. Voorbeeld: als je op het moment dat je het kitten in huis haalt geen kinderen hebt maar ze later toch over de vloer zult gaan krijgen, is het verstandig om hem, nu hij jong is daar toch al aan te laten wennen. Dan krijg je een kat die bij de kinderen blijft en niet bang wegkruipt op zolder.

Als ze niet buiten komt en er is geen kater in huis dan hoef je haar alleen maar binnen te houden als ze krols is. Als ze niet binnen te houden is dan kun je haar op de pil zetten vanaf een leeftijd van 6 maanden. Bij katten moet je de pil wekelijks geven. Beter is het om haar op termijn te laten steriliseren.

Steriliseren kan al vanaf 6 maanden leeftijd.

Vanaf 8-9 maanden leeftijd kan de kater gecastreerd worden; bij katers die gaan sproeien moet het eerder. Als een kater gaat sproeien moet hij direct gecastreerd worden voordat het een gewoonte is geworden, want een gewoonte is slecht af te leren. Een kater kan dan wel niet ongewenst zwanger worden, maar hij kan wel veel poezen zwanger maken (en er is al een overschot aan katten, daar moet je niet aan mee willen werken). Katers die niet gecastreerd zijn lopen meer kans om overreden te worden en ziek te worden van kattenaids of leukemie, door het vechten met andere katers.

Een compleet kattenvoer is het beste. Zowel brokjes als blikvoer zijn goed om te geven, als het maar een compleet voer is. De goedkope voeders zijn niet perse het goedkoopst in gebruik. Vaak eten ze er meer van omdat er veel meer onverteerbare bestanddelen in zitten. Van sommige goedkope voeders krijgen katten gruis in de blaas, waardoor ze een blaasontsteking kunnen krijgen.

Dat is moeilijk zomaar te verklaren. Wat wij doen is altijd eerst de urine bekijken of er sprake is van een blaasontsteking. Als dat het geval is dan behandelen we die. Heeft de kat geen blaasontsteking dan moet je gaan kijken of het aan de bak ligt; sommige katten zijn namelijk heel kieskeurig ( geen overdekte bak, wel overdekking, is de plaats van de bak wel goed, wordt hij wel vaak genoeg verschoond, is het grit wat je gebruikt wel goed genoeg?). Als je meerdere katten hebt, wordt er aangeraden om zoveel bakken te hebben als het aantal katten + 1 (dus bijvoorbeeld 4 kattenbakken bij 3 katten). Als je alles hebt uitgesloten wat met de bak te maken heeft kan het zijn dat er sprake is van angst of agressie bij de kat. Dan is het zaak om zijn gedrag te observeren en te noteren onder welke omstandigheden hij sproeit. Voor deze categorie katten zijn medicijnen die uitkomst kunnen bieden. Is het sproeien al langer aanwezig dan is er een gewoonte gevormd en is er niet altijd meer sprake van een bepaalde oorzaak. In deze gevallen is het lastig om van het sproeien af te komen.

Hier is eigenlijk geen vast antwoord op te geven, want iedere kat is weer anders. Als vuistregel houden wij 4-6 weken aan.

Ontlasting laten onderzoeken op parasieten. Alleen droogvoer (brokjes) geven en geen blikvoer. Alleen water te drinken geven. De kat preventief ontwormen.

Als het dan niet over gaat, naar de dierenarts gaan. Uiteraard ook naar de dierenarts gaan als ze ziek is van de diarree.